Ik kwam het laatst weer tegen op een website, een fout die mij wild maakt: ‘hij wilt’. Varianten: ‘zij wilt’, ‘iemand wilt’. Laat ik kort en krachtig zijn, en het zo dialectisch verwoorden als deze fout is: hij wilt juust niks, en zeker geen -t na ‘wil’. De derde persoon enkelvoud van ‘willen’ is ‘wil’. Hij wil maar één ding: correct schrijven. Zij ook, trouwens.
Waarom lees je dan zo vaak ‘hij/zij/iemand wilt’, tegenwoordig, zelfs in kranten? (The horror, the horror!) Omdat mensen de fout steeds vaker zien, gaan twijfelen aan zichzelf, misschien eens bij hun eigen dialect te rade gaan – waar inderdaad vaak een -t (of geassimileerde d-klank) aan ‘wil’ wordt geplakt – en dan maar besluiten dat het wel juist zal zijn, zeker?
Laat ik het nog eens herhalen: het is fout. Zo fout als maar zijn kan in het Standaardnederlands. ‘Hij wilt’ is het taalkundige equivalent van ‘hij kant’, ‘hij zalt’, ‘hij magt’. Schrijf je dat? Neen. Doe het dan ook niet met ‘hij wil’.
Ik voel de adrenaline alweer door mijn lijf jagen van ergernis over deze fout, dus ik geef een ezelsbruggetje mee om de juiste vorm hopelijk weer in het collectieve taalgeheugen te steken: ‘Wat baten kaars en bril als de uil niet zien en wil.’ Die ‘en’ is een oude vorm die bij de ontkenning hoort. Om maar te zeggen: zelfs in dat ondertussen bijna middeleeuws aandoende Nederlands plakte men geen -t aan de ‘wil’. De uil wil, kan, zal en mag geen -t hebben bij deze onregelmatige werkwoorden. Dus: wees geen uil en laat die -t eraf. De uil wil niet zien. Maar jij hopelijk wel.
Nu we het daarover hebben: in de tweede persoon enkelvoud mag je wél een -t aan ‘wil’ plakken. ‘Je wilt.’ Je mag hem ook weglaten: ‘Je wil’. Dit zijn twee vormvarianten die bij andere onregelmatige werkwoorden duidelijker van elkaar verschillen: je zult / je zal – je kunt / je kan. Maar die horen uitsluitend bij de tweede persoon enkelvoud (jij/je). Niet bij de uil, dus. Of bij ‘hij’, ‘zij’ of ‘iemand’.
Ik weet het, dat maakt het allemaal moeilijk en ingewikkeld voor wie niet zo met taal bezig is. Maar als je twijfelt over hij/zij/iemand wil: denk gewoon aan de uil. Die en wil niet zien, zelfs niet met kaars en bril.